zondag 28 oktober 2012

Zondagmiddag-uitje in Diever.


Eens in de zoveel weken heeft Esther de geest: Dan moet er een uitje gepland zijn om het weekeinde door te komen. Ik ben dan de laatste die zich daar tegen verzet. Alleen als er een wedstrijd in de Formule 1 verreden wordt, ben ik tegen. Vandaag wordt er wel een wedstrijd in het Formule 1 kampioenschap verreden, maar helemaal in India dus de uitzending van de race begint om kwart voor tien in de ochtend en is om twaalf uur wel gedaan. We vertrekken dus richting Diever. “Wil je de stille kant van de vaart langs of doe we de snelle route?” vraag ik. Esther, die altijd vlug in Diever wil zijn, laat duidelijk blijken dat ze de snelle route wil rijden. Als we in Diever aankomen parkeren we de auto bij de supermarkt. We moeten dan even het dorp doorlopen om bij “In den Uylenbal” te komen. Daar aangekomen vergapen we ons eerst aan het goed en mooi ingerichte kersthuis.  We zien een paar hele mooie kerstartikelen en we kopen enkele kaarten en een schattig waxinelichthoudertje. We twijfelen samen erg over een trapje (zonder prijskaartje) en nadat wij bepaald hebben hoeveel we ervoor willen betalen, nemen we het trapje mee naar de kassa. Als blijkt dat eigenaar Lejo er vijf euro meer voor  wil hebben dan wij in gedachten hadden, sputteren we niet tegen en nemen het trapje mee. 

Heel handig voor Esther als etalagemateriaal bij de verkoop van haar kettingen en armbanden. We besluiten de weg naar huis wat te verleggen en nemen niet de korte route naar huis. Het Drentse landschap is in deze tijd van het jaar prachtig. De kleuren van de bladeren van de bomen variëren van donkergroen via geel en rood naar diepbruin. Daarnaast laat ook de zon zich vandaag van zijn beste kant zien. De rit gaat van Diever naar Ansen, een prachtig klein brinkdorpje met fraaie boerderijen en een gezellige uitstraling, mooi om in de zomer of het voorjaar eens doorheen te fietsen. Door naar Ruinen waar mijn blaas  de oorzaak is van een pauze. Deze pauze brengen we door in een oude boerderij waar een restaurant en een pannenkoekenhuis in gevestigd zijn. De entree van het restaurant is zo uitnodigend dat we, hoewel we kunnen kiezen uit drie horecagelegenheden, zonder te twijfelen deze uitkiezen. Dat zou ook te maken kunnen hebben met de schitterende veranda; Esther is nu eenmaal gek op veranda’s. 

De sfeer binnen is zo authentiek dat ik het niet laten kan te vragen of ik enkele foto’s mag maken en als dat akkoord is, laat ik me door niets en niemand tegenhouden. Ik maak tenminste tien plaatjes van zaken in het restaurant die mij aanspreken. Gelukkig is niet alleen de sfeer goed, het eten en de drankjes zijn ook goed verzorgd. Vooral de kaart is modern en gelukkig, in tegenstelling tot het gebouw en het interieur, zeer van deze tijd. Wij genieten van een late lunch. Tegen de tijd dat we weer verder willen gaan, komt een ouderpaar met pup en twee jonge kinderen binnen. “Papa, zullen we aan dezelfde tafel gaan zitten als de vorige keer?” vraagt de oudste van de twee. Waarop de vader enthousiast  roept: “Ja, en we drinken ook hetzelfde als de vorige keer.”  Als er een minuut of twee later vier warme chocolademelk worden geleverd aan de tafel, is het feest compleet. De vermoeide pup slaapt onder de tafel. Als we het restaurant daadwerkelijk verlaten maak ik nog snel even een foto van de fraaie deur. Wij gaan via Pesse weer naar huis. Een welverdiende volle zondagmiddag is weer voorbij. Wat kan het leven toch mooi zijn … gelukkig gaan de dingen soms zo. 










zaterdag 27 oktober 2012

Een intrigerend bordje


Bij de zij-ingang van het UMCG, het universitair medisch centrum Groningen, hangt een bordje aan een blinde muur. Op zich is een bordje aan een muur bij een ziekenhuis niet eens bijzonder en ik zou daar ook nooit over schrijven als ik de tekst op het dat bordje niet zo bijzonder zou vinden. Op het bordje staat alleen een naam. Mw A Kingma. Op de stoep, onder het bordje, staat een gele lijn. De lijn geeft ongeveer aan dat er een fiets zou moeten kunnen staan. Er staat echter voor zover ik weet nooit een fiets, de plek is leeg. Elke dag kijk ik even naar de plek. Ik kan het bordje vanuit de koffiekamer op mijn afdeling zien. En nooit zie ik een fiets staan. 
Wie is mevrouw Kingma? Wat doet mevrouw Kingma? Waarom heeft mevrouw Kingma als enige van de ruim tienduizend medewerkers van ons ziekenhuis een eigen fietsparkeerplaats? Vragen, vragen en nog eens vragen. Ik wil er eigenlijk helemaal geen antwoord op, want nu kan ik lekker fantaseren……….. misschien is A Kingma wel een oud nachthoofd die ooit in de jaren zeventig, toen dit nog mogelijk was, een afspraak heeft gemaakt met de directie dat zij, als zij zou blijven werken, een eigen parkeerplaats moest hebben. Misschien is mevrouw Kingma een kennis van tante Annie, die ook overal in de stad Groningen overal haar eigen dingen heeft. Of misschien is mevrouw Kingma wel een pseudoniem van tante Annie of wacht…. is A misschien stiekem de A van Annie? Wie zal het zeggen. De dag dat ik een fiets zie staan bij het bordje, ga ik ernaast staan en ga ik wachten tot iemand de fiets komt halen. Dan zal ik weten wie er zulke mooie en te koesteren privileges heeft in ons verder zo zakelijke en strak georganiseerde ziekenhuis, waar je een boete kan krijgen als je een fiets parkeert op een plaats die daar niet voor bedoeld is.  

zondag 21 oktober 2012

De wandeling












Esther en ik wilden vandaag een wandeling gaan maken in de bossen rond Eelde-Paterswolde. Zoals u waarschijnlijk weet, is Esther erg van het voorbereiden. Ze zoekt dan op het internet op waar wij kunnen parkeren en hoe we de wandeling, als het ons te veel gaat worden of gaat vervelen, in kunnen korten. Vandaag deed ík dat eens voor de verandering. In de informatie die ik vond op de website van de Vereniging Natuurmonumenten stond een beginpunt van de wandeling. Ik kijk globaal naar het routekaartje en tracht het adres te onthouden. Bij het ingeven van het adres in de autonavigatie gaat het mis. In Eelde is het nummer onbekend en in Paterswolde eveneens. Geen kaart in de auto. Wat nu? Ik word telkens wanneer ik ergens naartoe wil en er op de een of andere manier niet kom, een beetje chagrijnig of zo u wilt geïrriteerd. We zetten de auto aan de kant van de weg en overleggen…….. we overleggen en we overleggen. U merkt al. Dat kunnen  wij goed. We besluiten de navigatie uit te laten en gewoon een stukje te gaan toeren om , als we iets leuks zien, gewoon te stoppen en te gaan lopen of kijken. In het begin zie ik alleen maar wegen en bomen in herfstkleuren: mooi, maar niet heel bijzonder en we rijden wat door.  Dan komen we totaal onverwacht in een dorpje waar wij beiden nog nooit geweest zijn, hoewel een van ons in de provincie Drenthe geboren is en de ander er al ruim 23 jaar woont. Altena is geen typisch Drents dorp met een Brink en statige huizen en prachtige boerderijen. Nee, Altena is zo op een herfstige zondag een wat vervallen, troosteloos, ongeïnspireerd dorp waar we alleen een man zien lopen die in de serie ‘keeping up appearances’  de rol van Onslow zo zou kunnen overnemen. Als we doorrijden richting Donderen zien we een dame langs de kant van de weg met een fototoestel. Wij stoppen en stappen uit. Ik schrik. Naast de auto staan de mooiste paddenstoelen die ik ooit heb gezien. Wanneer we bij de fotograferende dame aankomen zien we een compleet paddenstoelendorp. Hier woont niet alleen kabouter Spillebeen, maar ook de complete familie Pinkeltje en het hele zwikkie van Rien Poortvliet bij elkaar. Prachtig. We maken een aantal foto’s en ik merk dat mijn latent chagrijnige bui als sneeuw voor de zon verdwenen is. Maar goed, zo gaan de dingen nu eenmaal.
Geniet u ook even van de mooie plaatjes.                         

mijn zwager is Frans



Samen in Saint Benoit
U weet dit nog niet, maar ik kom uit een groot gezin. En als ik zeg groot dan bedoel ik dat ook. Mijn oudste zus is nummer één en mijn jongste broer is nummer tien. Wij als gezin kunnen het over het algemeen goed met elkaar vinden. We lopen bij elkaar de deur niet plat maar als er bijzonderheden als verjaardagen, geboorten en verhuizingen zijn, zijn er altijd wel een stuk of wat van de partij om de sfeer te verhogen. Nu zijn er twee uit ons gezin in de loop van de jaren geëmigreerd. Broer drie en zus zeven wonen in het buitenland: Canada en Frankrijk om precies te zijn. In Canada kom ik niet vaak, het aantal keren dat ik in Canada ben geweest is op 1 vinger te tellen. Maar in Frankrijk, bij mijn zus, probeer ik tenminste een maal per jaar een bezoek af te leggen. En gelukkig is dat de laatste 5 jaar ook gelukt. Het wonen in Frankrijk heeft op het gedrag van mijn zus natuurlijk invloed gehad. Zij heeft zich goed aangepast aan de Franse mentaliteit. Ik merk dat zij goed in de samenleving past. En daar ben ik, vooral voor haar, blij om. Deze vakantie waren wij weer in de gelegenheid om mijn zuster te bezoeken. Ze heeft samen met haar man, die ik tot nu toe in het verhaal nog even niet genoemd heb, een huis in Zuid-Frankrijk. 
Slakken zoeken
Vanaf ons vaste vakantieadres is een bezoek aan zus en zwager vaste prik en altijd iets waar wij naar uitkijken. Mijn zwager is in hart en nieren veranderd van een Hollander in een Fransman. Nee, zijn naam is niet veranderd. Iets dat hij, als het zou kunnen, misschien wel zou doen. Maar in zijn leven is Frankrijk en het Franse joie de vivre niet meer weg te denken. Ik twijfel eraan of hij met een stokbrood geklemd onder de snelbinder van zijn fiets de N 7 zal oversteken met een alpinopet op zijn overigens nog steeds volbehaarde hoofd, zoals ik vandaag onderweg een Fransman zag doen. Maar hij is wel aangepast, zeg maar gerust meer dan aangepast. Menig Fransman zal aan mijn zwager kunnen vragen hoe dat moet, dat leven op zijn Frans. Ik bewonder hem daarom. Ik kan genieten van hoe hij vertelt over zijn brocantewinkel en zijn passie voor Franse auto’s. Hij heeft bijvoorbeeld een Renault 4 van meer dan 40 jaar oud die in nieuwstaat verkeert. Prachtig. Mijn zwager, de man van zus zeven, is Frans. Zo heet hij niet, maar zo gaan de dingen nu eenmaal.
Een van de franse trotsen




Tot later. 

zondag 7 oktober 2012

Plassen in het café in Burg


De buitenkant van de kerk in Cruas

een van de ornamenten

Soms heb je van die dagen….. Vandaag vroeg opgestaan en via de markt in la Voulte-sur-Rhone, waar wij groente en vlees kopen voor het avondeten, naar Cruas gereden om de kerk te bezoeken. Het is een kerk uit de vroege 12eeuw, gebouwd op de overblijfselen van een romaanse villa. De kerk is diverse malen ondergelopen. Bij de renovatie in 1880 is er een crypte ontdekt. In deze crypte zijn pilaren te zien die met heel vroege gravures zijn versierd. Wij hebben er ontzettend van genoten. De rondleiding die dagelijks door een vlotte jongedame gegeven wordt is volledig in het Frans. Nu is Frans ons niet volledig onbekend, maar wanneer er bouwtechnische bijzonderheden en geschiedkundige wetenswaardigheden worden verteld in een tempo waar zelfs een Fransman moeite mee zou hebben, ben ik de weg kwijt. Deze dame spreekt zo snel dat wij er geen touw meer aan vast kunnen knopen. Gelukkig hebben we een Nederlandse beschrijving van de rondleiding in onze handen. Helaas is het gevolg dat, wanneer ik lees, ik de mooie ornamenten niet kan bekijken. 
lekker basic 


We genieten van de rondleiding in de kerk maar zodra wij de crypte binnenkomen slaan de verbazing en de verwondering toe. Wat een mooie, mysterieuze, wonderlijke ruimte stappen we binnen. We maken veel, heel veel foto’s van de pilaren en de ruimte. Aan het einde van de rondleiding vraagt onze gids nog even of we alles meegekregen hebben. Ik zeg haar, een beetje bezijden de waarheid, dat we begrepen hebben wat ze vertelde. Maar ik vertel haar echt naar waarheid dat we genoten hebben. We drinken een kopje koffie op een terras onderweg naar huis. Als het een uur of drie is komen we weer aan bij het dorpje Le Hameau de Burg, waar we onze vakantie vieren. Ik ga even lezen en Esther slaapt een uurtje. Plots zitten we in het café in Burg. 
Bij het Café 


We nemen een drankje, krijgen een rondje, geven een rondje en dan moeten er bijna nummertjes getrokken worden om naar het toilet te kunnen gaan. Als Guus net van het toilet afkomt, staan Esther en ik tegelijkertijd op om te plassen. We overleggen en-public wie van ons het meeste recht heeft om eerst te gaan. Dit leidt tot hilariteit in de groep. Maar nog geen drie minuten later moeten weer twee mensen gelijktijdig plassen. We lachen wat af. Guus en Wilma stellen voor dat we in de toekomst  nummers moeten trekken om van het toilet gebruik te kunnen maken. Chris vind dat begrijpelijkerwijze een te grote investering. Ieder van ons gaat thuis nog echt wel een keer plassen. File in Burg. Wonderlijk, maar ach … zo gaan de dingen nu eenmaal.

Tot later. 






donderdag 4 oktober 2012

De mensen in de chambre d’hôte.


Op de terugweg van onze vakantie in de Ardèche in Frankrijk hebben we dit jaar een prachtige chambre d’hôte geboekt in Melay. Een slaperig dorp in de buurt van het vroeger vooral heel bekende Bourbonne-les-bains, een kuuroord waar we enkele jaren geleden al eens hadden overnacht. Deze chambre d’hôte is gevestigd in een heel fraai opgeknapt oud chateau. Het chateau Melay is in de laatste zeven jaar door de huidige eigenaar geheel gerenoveerd. Alleen de buitenmuren en het dak waren nog in redelijke staat. Alles aan de binnenkant is vernieuwd. De raamkozijnen en de luiken zijn nieuw. Het geheel is smaakvol ingericht. Hoewel er in de afwerking nog wat eer te behalen is, is het voor zover ik dat kan beoordelen een geslaagd project.
Onze kamer Heeeeel Groot 
De eigenaren, een jong stel dat hun roots in Drenthe heeft, zijn vriendelijk en vangen ons bij aankomst gastvrij en enthousiast op. Esther heeft vooral leuk contact met de beide dochters van het stel, 3 en 5 jaar. Dat is een bijzonderheid. Esther “bond” over het algemeen niet gemakkelijk met kleine kinderen, maar nu moet ze zelfs helpen schoentjes aan te doen. We worden begeleid naar de tuin van het chateau. Daar maken wij kennis met een stel van boven de zestig. Hij, een aristocraat van het zuiverste water, is vriendelijk. Hij vertelt ons dat zijn naam Antoine is maar dat hij liever door het leven gaat als Kees. Kees lijkt het goed te hebben getroffen met zijn baan. Hij heeft beroepsmatig te maken gehad met hoge politici. Zij, een grande dame, straalt uit dat ze vast een hele lieve oma voor haar kleinkinderen is. Ze vertelt over haar kleinkind, dat veel te ver weg van hen woont. Helemaal in Amsterdam, terwijl ze zelf naast het Vrijthof in Maastricht wonen. Ze past ten minste een maal per week op haar lieveling. We praten wat over koetjes en kalfjes als na ons het volgende stel de tuin binnenkomt.  Een stel uit Rotterdam. Hij is een typische, aanvankelijk wat stille kantoorman. Zijn naam is mij ontschoten maar dat is niet zo belangrijk. Hij heeft een i-pad en dat zullen we weten. Binnen drie zinnen die hij uitspreekt heeft hij de woorden i-pad tenminste vier maal genoemd. “Ik heb even op mijn i-pad opgezocht wat het weer voor morgen gaat doen.” “Ik heb mijn nieuwe i-pad in de i-pad winkel in Rotterdam gekocht.” “Mijn i-pad zegt dat er een goed restaurant in de buurt moet zijn.” Ik schiet onbedaarlijk in de lach wanneer Esther zachtjes tegen mij zegt: “Laat ‘m die i-pad in zijn reet steken!” Wanneer mij om uitleg van mijn lachen wordt gevraagd, kan ik dus even geen antwoord geven. De vrouw van de accountant, want dat is zijn beroep, redt mij. Zij heeft alle aandacht van de twee kleine meisjes tegen wil en dank opgeëist. Esther lijkt voor de kinderen inmiddels niet meer te bestaan. En als een van de twee toch een poging doet de aandacht van Esther te krijgen, zorgt Andrea er wel voor dat Esther op het tweede plan raakt. Andrea is namelijk van het type dat het niet kan uitstaan als de aandacht naar iemand anders dan haarzelf gaat. We besluiten naar onze kamer te gaan. Wel krijgen te horen dat het diner om zeven uur geserveerd gaat worden. Tot onze spijt vernemen we dat Rotterdam er voor kiest om niet naar het geweldige restaurant te gaan. Ze eten ook mee.
Tijdens het eten hebben we aanvankelijk een leuk gesprek met Kees of Antoine en zijn vrouw. Het is in de week voor de verkiezingen in Nederland en het gesprek komt op de politieke situatie in Holland. Een van de mooiste uitspraken over de politiek die ik ooit gehoord heb, zal ik u niet onthouden. “Politiek leidt tot hersenverweking.” Ik vind hem prachtig en Kees heeft er duidelijke voorbeelden bij. Ik kan ze helaas niet meer reproduceren. Ze waren op dat moment voor mij briljant en ik was ervan overtuigd dat deze man gelijk had. Inmiddels weet ik gelukkig beter. Of niet ……? Het gesprek wordt volledig overgenomen door Rotterdam. Ik doe nog een poging of twee om deel te nemen aan het gesprek. Esther is inmiddels al helemaal afgehaakt. Wanneer ik na de derde poging geen contact kan maken in de groep en het erop lijkt dat we tot persona non grata zijn verklaard door mevrouw Rotterdam, gaan we naar onze kamer. Het is negen uur. We zijn nog niet moe maar we zijn wel klaar met Miss Me en Mr I-pad. We spelen op onze kamer een spel Triviant. Alsof het gezelschap al niet triviaal genoeg was. Om tien uur gaan we slapen. We staan de volgend ochtend fris op en vertrekken zo vroeg als mogelijk is richting huis. Ondanks ons vroege vertrek komen we Rotterdam nog tegen in de ontbijtkamer. Ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.
Volgende zomer doen we een nieuwe poging in het chateau. Misschien komen we andere mensen tegen.

Het chateau Melay  
Tot later.