zondag 26 augustus 2012

Langs de baan 2

Zoals ik u al eerder vertelde, ben ik zo nu en dan te vinden langs de racebaan.  Ik dos mijzelf uit in een felrood poloshirt en doe een mooie (?) rode pet op. Dan ben ik voor een dag wedstrijdleider bij de DNKM, de Duits Nederlandse Kart Meisterschaft.  Afgelopen weekeinde was er een wedstrijd in Embsen, een dorpje in de buurt van Hamburg. Maar mij hoor je daarover niet klagen. Het is een hobby. Gelukkig hebben de ouders bij de gemotoriseerde sporten geen luidere stemmen dan het motorgeronk van de karts. Je zult maar voetbalscheidsrechter zijn bij de f-jes en iets over het hoofd zien! Ik kan me voorstellen dat je een huid zo dik als een olifant moet hebben. “Mijn kind is geschopt en nu kan hij (of zij want dat maakt in het geheel niet meer uit tegenwoordig) niet gescout worden voor het eerste elftal van de FC Barcelona.” Ja,  u leest het goed: FC Barcelona, want Ajax, Feyenoord of PSV komen niet eens meer op in de gedachte van de vaders en moeders. Het is vrijwel niet uit te bannen dat voetbalvaders en tegenwoordig ook -moeders fanatieker zijn dan de kinderen zelf. Ik schreef eerder dat ik fanatiek ben. En dat is ook zo. Ik heb mij echter niet bemoeid met de trainingen en wedstrijden van mijn kinderen. Ik ging kijken, faciliteerde en moedigde aan. Dat is volgens mij de rol van de ouder. Het overspannen reageren op de leiding van een wedstrijd en of de trainers of coaches is iets van de laatste jaren. Ik weet nu even niet hoe ik het moet uitbannen. Ook langs de racebaan is het fanatisme tegenwoordig te vinden. Als wedstrijdleider zie ik ook wel eens iets niet. Stelt u zich eens voor: Tien deelnemertjes komen met een snelheid van veertig kilometer per uur op mij afrijden bij de start van een wedstrijd. Ik heb dan soms niet meteen feilloos in de gaten dat een van de deelnemers in het midden van de groep twee plaatsen te ver naar voren rijdt. Zeker niet wanneer de deelnemers in gelijkkleurige raceoveralls rijden. Jammer natuurlijk, maar volgens mij is hier niet zo veel aan te doen. Helaas is dan het gevolg dat een van de deelnemers die normaal gesproken achteraan start en nu als negende mocht starten, toch weer als tiende over de startlijn moet rijden. De kinderen die de “dupe” zijn geworden zijn als vanzelfsprekend teleurgesteld. Daar kan ik natuurlijk inkomen. Ik kan mij zelfs voorstellen dat er zo nu en dan een traantje gelaten wordt. Aan de ouder is het dan, in mijn beleving, om je kind te steunen en het kind weerbaar maken. Je hebt nu eenmaal te maken met tegenslagen en daar kan je het beste maar op jonge leeftijd mee om leren gaan. En een beetje troosten hoort er ook bij. Het gaat mij iets te ver wanneer ouders tijdens een wedstrijd het circuit oplopen en verhaal komen halen. Het klinkt wat zwaar, maar de verloedering van de sport is dichterbij dan u denkt. Ik ben tegen. Ik hoop u ook, maar in de werkelijkheid gaan de dingen nu eenmaal zo, zou ik normaal gesproken zeggen. Vandaag wil ik daar graag aan toevoegen dat, hoewel dingen zo normaalgespoken wel gaan, ik daar toch tegen blijf strijden. Soms is de rol van Don Quichotte er typisch een voor mij. Ook zo zijn de dingen nu eenmaal.



dinsdag 21 augustus 2012

In de bus 3



Soms heb ik dat. Dan zit ik in de bus en kijk om me heen. Ik zie telkens een vaste groep mensen in de bus. En als ik zeg ik, bedoel ik op negen van de tien dagen natuurlijk wij. Wij, Esther en ik, reizen al jaren samen. We praten soms thuis of in de auto over de flarden van gesprekken die wij soms gewild maar meestal ongewild opvangen. Het is ook niet te voorkomen dat we soms bijzondere mensen in de bus ontwaren. Zo zijn er bijvoorbeeld twee mensen die elke dag samen in een auto aankomen maar volgens mij geen stel zijn, als ze dat wel zijn weten ze dat goed te verbergen. Een stukje gesprek: Hij “Als ik een film van Martin Scorsese zie, dan is die afgelopen voordat ik het in de gaten heb. Ik verdrink in het verhaal. Hij heeft de gave om iemand mee te nemen in het verhaal zodat je alle tijd vergeet. Ik heb alle films van deze regisseur op mijn computer staan.” Zij: “Is dat een Italiaan? Ik ben bang van Italianen, ze dringen zich zo aan je op.” Hij: “Nee, dat is een Amerikaan, een acteur. Als je wilt kan je wel een film van hem zien hoor. Ze staan allemaal op mijn computer.”

Op een dag maken wij kennis met meneer Albert. Albert heeft een heel herkenbare tas. Hij loopt een beetje alsof zijn bovenlichaam sneller is dan zijn benen. Net alsof hij met zijn benen het bovenlichaam moet inhalen. Hij stapt in bij het station en stapt uit bij de Grote Markt, waar Esther ook altijd uit de bus moet. De man zou nooit zijn opgevallen als hij niet een hele speciale trek had. Elke dag als de bus de halte vlak voor die van de Grote Markt passeert merken wij dat zodra de chauffeur de halte voorbij is en meneer  Albert met een verbeten vastberaden uitdrukking op zijn gezicht op de stopknop drukt. Ik ben erop gaan letten omdat ik merkte dat het lampje wel heel snel na de halte brandt. Tegenwoordig tel ik geheel in stilte af. Ik kan niet eerder op de stopknop drukken, ook al zou ik dat willen. Albert wint en dat is goed.
De laatste opvallende persoon is een man van middelbare leeftijd die het dagelijks voor elkaar krijgt zijn auto binnen een straal van 10 meter van de bushalte te parkeren. Zelfs als er in mijn beleving geen plaats is binnen die straal. Parkeren naast de vakken is meer gewoonte dan uitzondering voor Bak Yoghurt. Zo noemen wij hem, omdat toen wij een keer vroeg waren en het regende, de man in zijn auto zat te eten uit een bakje yoghurt. Maar Bak Yoghurt heeft zijn auto nog dagelijks dichter bij de bus staan dan wij. En dat vind ik niet leuk. Ik ben jaloers op Bak Yoghurt. Bah, ik wil niet jaloers zijn, maar ik ben te netjes om mijn auto buiten de vakken te parkeren als er nog voldoende plaats is. Maar ach… zo gaan de dingen nu eenmaal
Tot Later

zondag 19 augustus 2012

Komkommertijd


Als het zoals vandaag een beetje warm is, ga ik niet uitgebreid in de tuin aan het werk.  Nee, dan ga ik bij voorkeur een beetje lezen in de krant. En als ik dan het lokale blad heb doorgespit wil ik, als dat zo uitkomt, het digitale nieuws wel eens bekijken. Het internet staat vandaag om begrijpelijke redenen vol met berichten over de temperatuur. Het zou zelfs wel eens de warmste dag sinds 1907 kunnen worden, zo lees ik in het AD online. Best spannend, ik hou de temperatuur de rest van de dag in de gaten en laat het aan Esther weten wanneer het boven de 37.6 graden komt. In mijn vak spreken we dan van koorts. Dus… als de koorts uitbreekt hebben we een record. Naast de temperatuur is het voetbal weer een hot item. Aan het gelijkspel van Heerenveen en Feyenoord worden alleen al in de top tien van meest gelezen berichten en in het AD online drie gewijd. Het kan niet op. Of toch?
Roxeanne Hazes















Op de laatste pagina van het AD mobiel staat het bericht dat de dochter van wijlen volkszanger en beroepsschuinsmarcheerder André Hazes nieuw borsten heeft. Ze is er blij mee. Ik ook. Ik ben nu eenmaal een borstenman. Hoewel….. maar dat is niet de issue. Het gaat hier over een negentienjarig meisje dat vanuit een gebrekkig zelfbeeld (?) of een soort van onzekerheid (?) zichzelf borsten laat aanmeten door een plastisch chirurg. Heeft er nu werkelijk niemand bij stil gestaan dat we hier spreken van een negentienjarige? Heeft niet iemand in de omgeving van dit kind zich afgevraagd of de frontale hersenkwab van dit meisje wel volgroeid is? Is er niemand geweest die zich heeft afgevraagd of deze ingreep noodzakelijk was? Wat is er misgegaan? Wie heeft er zitten slapen? Wie heeft geweten van deze ingreep? Kan hij of zij zichzelf morgen of volgende week nog aankijken in de spiegel? Heeft niemand in de omgeving van deze Roxeanne Hazes haar tegen kunnen of durven houden? Heeft de operateur gehandeld in de geest van Hippocrates? Weet u het? Ik in ieder geval niet. Als het mijn dochter zou zijn, zou ik mezelf omdraaien in mijn graf. André Hazes doet dat mogelijk ook. En zeg nou zelf, deze foto is van voor de operatie. Is het nodig? Natuurlijk niet, dat meisje zag er schitterend uit zoals ze was. Nee, sommige krantenberichten vallen als een hittegolf over mij heen. Maar ach… zo gaan de dingen nu eenmaal.
Tot later

vrijdag 17 augustus 2012

Een avondje TV Drenthe


Ik kijk niet veel naar de televisie de laatste weken. Maar gisteren voelde ik mezelf min of meer verplicht te kijken naar de uitzending van TV Drenthe. Mijn zwager en schoonzus hebben heel veel moeite gedaan om via facebook, Hyves, de telefoon, vrienden en kennissen de wereld te laten weten dat zij zouden optreden in de trektochtfinale van Smilde. Ik zat inderdaad om half zeven klaar om te kijken naar de verrichtingen  van de familie uit Smilde. Helaas was de sportieve prestatie van vooral mijn zwager ver onder de maat. Na de wedstrijd staan ze ruim onderaan in het klassement. Jammer, maar zo gaan de dingen nu eenmaal. Meestal volgt er nu een “tot later”.  Maar ik was net te laat met het uitzetten van de televisie. Tot mijn verbazing en spijt zag ik een spotje in het kader van de zendtijd voor politieke partijen. Op TV Drenthe was  ik dat nog niet zo gewend. In deze tijd van de komende verkiezingen kan ik het me ook wel weer voorstellen dat de politieke partijen graag reclame willen maken voor hun denkbeelden, en voorstellen om aan de economische crisis te ontkomen. Helaas was er nu een uitzending van de PVV. Ik gun iedereen een eigen mening. Of u voor of tegen de PVV bent moet u natuurlijk zelf weten, maar of wij in het kleine Nederland beter worden van het verlaten van de eurozone en terug te gaan naar de gulden, is wel iets dat mij bezig houdt. Ik ben opgegroeid met het gegeven dat niets te klein of te weinig is om te delen. Om te verkondigen, in een tijd dat het allemaal een beetje of veel beetjes niet zo goed gaat, dat allemaal te maken zou hebben met mensen die oorspronkelijk niet uit Nederland komen, gaat voor mij echt te ver. In het genoemde spotje hoor ik dat het een goed idee zou zijn om alle vliegtuigen uit landen waar mogelijke asielzoekers in zouden kunnen zitten een landingsverbod zouden moeten hebben. Vliegtuigladingen vol uitkeringstrekkers zouden wij hier niet kunnen gebruiken. Walgelijk. Iemand met zulke ideeën doet mij denken aan een persoon uit het recente verleden die ook waanideeën had, zo’n 70 tot 80 jaren geleden. Maar als ik dat zeg ontploffen deze politicus en zijn volgelingen van boosheid.  Het beoordelen van een persoon op zijn afkomst, religie of huidskleur is in het wetboek van strafrecht gelukkig opgenomen onder het kopje discriminatie.  U en ik mogen dergelijke uitspraken niet doen. De voorzitter van de PVV mag dat wel omdat hij roept vanuit een politieke overtuiging. Ik begrijp dat niet helemaal. Hij mag alles zeggen omdat hij zich beroept op vrijheid van meningsuiting. En ik mag dan weer niet zeggen dat zijn uitspraken mij doen denken aan iemand met een klein snorretje. Vrijheid van meningsuiting is blijkbaar alleen weggelegd voor PVV-fans. En dan komt de herhaling van de Trektocht op de zender.  En opnieuw eindigen zwager en schoonzus achteraan. Ach, zo gaan de dingen nu eenmaal……..
Tot later 

maandag 13 augustus 2012

Inspirerende collega en reclame


Kent u de reclame van de staatsloterij, waarin de zo bekende diva Patricia Paay aan haar dochter verkondigt dat alleen de internationale jetset op deze heel speciale plek komt? Ik wel, en de reclame deed mij eigenlijk niet zo veel. Ik zag de reclame en dacht er niet eens bij na wat de makers ervan eigenlijk wilden vertellen. Tot dusver geen bijzonderheden dus. Het gaat over de kans dat de ‘gewone man’ (voor zover die zou kunnen bestaan) ook op de meer bijzondere plekken kan komen. Maar dan moet hij wel de financiële middelen hebben om er te kunnen verblijven. De staatsloterij speelt daar op in en hoopt dat er meer ‘gewone’ mensen hun loten gaan kopen. Helaas ….. Joppiesaus is bij de gewone man niet meer weg te denken bij het eten. Zo lijkt het in de reclame. De zin die daarin niet al te duidelijk uitgesproken wordt is: “Hee Frans broodje, heb je ook joppiesaus?” Terwijl de ‘gewone man’ staart naar een wat overdadig gevuld bord met iets dat op kreeft moet lijken.
Nee, dat is allemaal niet nodig. Mijn collega gaat gewoon naar een strandje in de buurt en zet zichzelf op de foto in een jetset ambiance. Een patatje joppie was voor de gelegenheid helaas niet beschikbaar. Maar ach …. de firma Lays biedt een uitstekende oplossing. Et voilà!
Zo gaan de dingen nu eenmaal          

woensdag 8 augustus 2012

Weer een fair


En ja hoor, daar gaan we weer. Esther kijkt te veel op het internet. Heb ik mezelf net weer een beetje droog gedept van de midsummerfair, vindt  ze op het internet een festival van het zoet. Nu dacht ik, daar hoef ik niet naar toe want dat is op doordeweekse dagen. Heb ik even buiten de waard gerekend. Het festival is op woensdag tot negen uur ‘s avonds. Dus gaan we na het werk niet naar huis maar richting Sleen. Ik moet wel vertellen dat het rijden naar Sleen in de nieuwe auto geen straf is. Het meest grappig vind ik wel dat wanneer we op een 80km-weg komen, er iets bijzonders aan de hand is. Staat er aanvankelijk aangegeven dat er nog 1080 km te rijden is voordat de tank leeg is, staat er na 30 km rijden dat er nog 1280 km te rijden is voordat de tank leeg is. Ik weet niet hoe u dat vindt, maar voor mij mag dat zo eeuwig doorgaan. Hoe verder we rijden, hoe meer kilometers er nog te rijden zijn. Het zal ook wel weer gaan aftellen, vrees ik. Maar toch…. ik blijf wel even dromen. De fair of het ‘Festival van de Zoete Verleiding’  is gedeeltelijk georganiseerd in een tuin en gedeeltelijk op een weiland. De organisatie heeft goede maatregelen genomen om de bodem niet al te drassig te laten worden. Alleen daarom al verdienen ze daar een pluim. Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik daar op de fair moet zoeken, maar al snel kom ik aan de praat met een van de standhouders. Zij heeft een zeer bijzondere hobby. Ze versiert suikerklontjes. “Wat doet ze?” Ja, suikerklontjes versieren. Ik moet u zeggen dat ik nog nooit zo’n bijzondere hobby heb gezien. En ondanks dat ik helemaal verbaasd ben dat er zo’n hobby bestaat, moet ik zelfs zeggen dat ik sommige suikerklontjes leuk vind om te zien. De dochter van deze standhouder heeft een duidelijk te horen Engels accent. Op mijn vraag of dat komt omdat ze lang in Engeland heeft gewoond of misschien wel Engelse is, vertelt zij mij dat ze een jaar in London heeft gestudeerd. Ze heeft wel bewondering voor mijn opmerkzaamheid. In het gesprek dat volgt vertelt ze dat ze op dit moment werkzaam is in museum Het Loo in Apeldoorn als conservator van het glas en aardewerk. Zij heeft dus alle bordjes, borden, kannen en glazen in haar handen gehad waar de Koninklijke Familie uit heeft gedronken en van heeft gegeten. Ik vind dat bijzonder. Op hetzelfde moment vraag ik mezelf af hoe ik aan een glas kan komen waar Koningin Emma of Juliana uit heeft gedronken. Esther koopt, misschien wel uit verlegenheid, een doosje suikerklontjes. Een stand verder staat een echtpaar dat al jarenlang Wedgwood servies spaart. Ik raak in vervoering van een grote in- en inzwarte schaal van het merk dat ik vooral ken van de roomwitte serviezen met als meest bekende Edme (want die hebben we zelf). Deze schaal is, zo vertelt de man achter de kraam, gemaakt van aardewerk dat vermengd is met kolengruis dat in het water van de kolenmijnen in Engeland is gevonden. Bij deze stand koopt Esther een allerschattigst melkkannetje dat afkomstig is van de firma Wedgwood uit de jaren 60 van de vorige eeuw.  Een klein stukje verder komen we bij de voor mij topper van de fair: een nougat-stand.  De nougat-maker is een Fransman uit Lyon. We proeven en kopen natuurlijk een veel te duur stuk bosbessennougat. Die overigens inmiddels alweer voor de helft op is. Ach… zo gaan de dingen nu eenmaal.
Tot later. 

maandag 6 augustus 2012

Eierbal



Misschien kent u het fenomeen wel. De eierbal. Een eierbal is een hardgekookt ei omgeven door een soort kerrie-ragout afgewerkt met een paneerlaag. Er zijn mensen die een moord doen voor een goede eierbal. Ik heb er, als ik goed geteld heb, twee van gegeten in mijn hele leven. De smaak ervan kan mij dus niet bekoren. Ik ga nu geen verhaal houden of zo’n bal culinair verantwoord is of niet. Nee, het verhaal van vandaag gaat over de eierbalfeuilleton. Anneloes, mijn dochter, werkt zo nu en dan in een snackbar om wat extra zakgeld te verdienen. De eigenaar van de snackbar wil, moet, gaat eens per jaar drie weken op vakantie en heeft dan zijn zaak niet open. Voorraden moeten dan of ingevroren of weggedaan worden. De eierballen kunnen niet ingevroren worden, dus gaan die met Anneloes mee naar huis. Waarom Anne ze meeneemt is mij een groot raadsel, want wij hebben geen frituur meer in huis. Het bereiden van deze ballen wordt een probleem. Als ik Anne daar opmerkzaam op maak, heeft ze de oplossing al bedacht. Ze neemt de ballen mee naar haar vriendin die wel een frituur heeft. Goed bedacht, zou ik zeggen. Maar helaas. Het voornemen de ballen mee te nemen is dan wel heel nobel en vast ook erg smakelijk, maar als Anneloes de deur nog maar net uit is, zie ik de zak met ballen in de koelkast liggen. Ik stuur Anne een bericht om te vragen wat ik met de ballen moet doen.  “Ik neem ze morgen wel mee. Dan moet ik toch oppassen” en ik denk bij mezelf: ‘Mooi, dan ben ik ze weer kwijt.’ Maar ook dit voornemen gaat mis de dag erna. Anneloes is weg en de ballen liggen nog in de koelkast. Sneu, maar de conclusie moet nu toch zijn dat de ballen in de container van pa gaan verdwijnen. Was het toch handiger geweest om ze bij de snackbar in een restafval-ton te laten verdwijnen. Hadden de varkens ook een lekker hapje kunnen proeven. Maar ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.

Tot later.