zaterdag 29 december 2012

Tante Annie in de bus


U heeft haar wellicht net zo gemist als ik, maar gistermiddag kwam ik haar weer tegen. Tante Annie stapte met een nieuwe jas én jurk de bus in. Nu was ze niet alleen hoor, ze was in gezelschap van een leeftijdgenote en een “ogenschijnlijke” dochter van deze (ook bijzondere) dame. Tante Annie zag mij en kon de verleiding niet weerstaan twee rondjes te draaien om haar jas en jurk te showen. Ik zat op de voorste stoel rechts van de buschauffeur. Door haar gedraai en gedrentel om mij uitgebreid haar kleren te laten zien, ontstond in de rij achter haar het ene boze gezicht na het andere. Bij mij ontstond meteen het gevoel van “fijn tante, dat het goed met u gaat”. En dus een brede glimlach. Toen tante uiteindelijk door haar gezelschap met zachte hand naar achter was gedrukt, keken de volgende passagiers met een hoofd van zeven dagen onweer mij aan bij het binnenstappen van de bus. Een reactie van een man van middelbare leeftijd mag ik u niet onthouden: “Sinds wanneer is het in de bus een modeshow?” U begrijpt dat mijn dag niet meer stuk kan. Zo aan het eind van mijn laatste werkdag van het jaar, word ik graag verrast door leuke dingen.
Tante Annie keek mij nog eens betekenisvol aan bij het uitstappen. Zij vrolijk, ik vrolijk. Ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.
Fijne jaarwisseling.  

zondag 23 december 2012

In het vliegtuig


Mijn examen en stedentrip naar Athene zitten er op. Ik ga weer naar huis. Op de heenreis werd ik in het vliegtuig vergezeld door tenminste vijftig cardiologen en een gelijk aantal echolaboranten. De sfeer in het vliegtuig was rustig en overal om mij heen zag ik mensen in studieboeken weggedoken. Ook ik kon de verleiding niet weerstaan om nog snel de nodige formules na te kijken.  Gaap, zou mijn vrouw zeggen.
Hoe anders was de terugreis. Het lijkt alsof er een conventie voor Ritalingebruikers was, in plaats van een cardiologencongres. Een grote groep zeer drukke jongelingen bestormt kort na mij het vliegtuig. Tot mijn grote schrik neemt de groep de volledige vier rijen achter in beslag. Ik stel mij zo voor dat ik het lezen deze vlucht wel kan vergeten. En helaas… I was right. Het is geen moment stil geweest, die 3 uren en 40 minuten die mijn vlucht duurde.
foto van KLM 

Ik vraag mij af wat die andere gasten van het Ritalingebeuren vonden. Schuin voor mij was namelijk een groep Hells Angels neergestreken. Het was een internationale groep, maar de meesten kwamen uit de regio Rotterdam en Amsterdam (dat kan heus samen hoor, het zijn geen voetballers). Zij waren als Hells Angels duidelijk herkenbaar aan hun jassen, maar ook verder voldeden ze volledig aan het beeld dat ik van Hells Angels heb. Qua uiterlijk dan. Prachtige tatoeages, oorringen, snorren en baarden. Het moet trouwens gezegd worden dat de decibellen van de Ritalingroep een gemiddeld motoruitje van deze club overstemd zou hebben.  De Hells Angels lieten alles rustig over zich heen komen, wellicht daarbij geholpen door de extra wandelingetjes naar de pantry waar de in het blauw gestoken KLM Angels hen voorzagen van extra drankjes.
Over blauw gesproken, kort na vertrek uit Athene kwamen we in wat turbulente lucht terecht. De bordjes ‘fasten seatbelt’ bleven langer aan dan gebruikelijk. Een mevrouw in een blauwe jas vond echter dat zij wel naar het toilet kon lopen (waar je zin in hebt tijdens turbulentie…). De purser riep door zijn microfoon: “Lady, would you please sit down?” Geen sjoege. “Lady with the blue coat. Please sit down.” Het werd al wat stelliger, maar opnieuw… geen sjoege. De derde oproep: “LADY. SIT!” kwam wel aan. De blauwe jas koos eieren voor haar geld. Wat is dat toch met mensen dat ze zich niet aan veiligheidsregels houden?
Ach… zo gaan de dingen nu eenmaal. 

dinsdag 18 december 2012

De zwervers


Tijdens mijn verblijf in Athene heb ik kennisgemaakt met een heel bijzondere man. De eerste ochtend dat ik hem tegenkwam, zat hij op het trottoir met een beker in zijn hand en maakte spastische bewegingen. De beker ging flink heen en weer, vooral in de richting van de voorbijgangers.  Met zijn andere hand maakte hij krampachtige bewegingen naar zijn mond, waarschijnlijk om aan te geven dat daar eten in moet. Toen ik tegen het eind van de middag weer langs liep, zat de man nog steeds op dezelfde plek en leek het alsof hij daar de hele dag had gezeten zonder van zijn plaats te kunnen komen.
De volgende ochtend ben ik wat eerder op pad gegaan. Ik zag dezelfde man, ruim 100 meter voorbij de plek waar hij gisteren zat, kwiek aan komen lopen. Er was geen enkele aanleiding te veronderstellen dat deze man spastisch was of andere gebreken kende. Nadat hij mij gepasseerd is, zoekt hij zijn plek op, gaat zitten, pakt zijn beker en begint weer met zijn toneelstukje. Ik kijk het met verbazing aan.
Een tweede markante persoon ontmoet ik op een terrasje in de wijk Plaka. 
Ook hij wil me rozen verkopen voor de sexy lady naast mij, oftewel mijn collega. Over die rozen heb ik al geschreven, dus u kunt zich mijn reactie voorstellen. “Nee, ik wil geen rozen!” Als blikken konden doden, was mijn stoffelijk overschot in Athene gebleven en had ik dit blog niet kunnen schrijven. In plaats daarvan draaide hij zich bruusk om en beende weg. Ik had nog net tijd een foto te maken.

Ja, het leven in Athene is niet makkelijk. Maar ach… zo gaan de dingen nou eenmaal.

donderdag 13 december 2012

In de bus 4


Ze bestaan echt: mensen die het met hun blik voor elkaar krijgen dat de stoel naast zich niet bezet raakt. Zelfs niet als er al minstens 15 mensen in de bus staan. Ik heb bewondering voor deze personen, en respect. Mijn carpoolcollega, die van de paarse krokodillen, negeert de blik en wil op de laatste lege plaats van de bus gaan zitten. De mevrouw wil niet opschuiven want ze zit lekker bij het gangpad. In plaats daarvan staat de passagiere met duidelijke weerstand op om mijn collega bij het raam plaats te laten nemen. Als u dan denkt, dat de dame bij de eerste de beste halte dan wel uit zal stappen, rekent u buiten de waard. Ze blijft zitten tot aan de Grote Markt. En dit was niet de eerste keer hoor, dat deze dame dat doet. Ik zie het bijna dagelijks gebeuren.  Wat is er mis met even opschuiven, vraag ik mij dan af. Misschien maak ik me wel te druk om wat er zoal in de bus gebeurt, maar ik hoor en zie veel. En omdat het schrijven van een blog een van de leukere zaken van het leven is, onthoud ik dus ook wat ik zie en hoor. Ik stel me zo voor dat het ook zo ongeveer werkt bij conferenciers en stand-up komedianten. Wie weet heb ik ook dat nog in me…….. ach, nu droom ik teveel. Gelukkig mocht ik aan het eind van de dag ook de bus weer naar huis nemen. En daar hadden mijn collega en ik allebei een zitplaats. Ja, ook in de bus wordt het steeds drukker. Vanmiddag zaten we in de zogenaamde treinzit in de bus, dus tegenover medepassagiers. Ik vang onderweg wat flarden van een gesprek op die ik u niet wil onthouden. Hij, een man van een jaar of 65: “Ik ga naar een concert van André Hazes”. Ik dacht “Moet ik deze man nu gaan vertellen dat het wel een wat saai concert gaat worden?”  Zij, een jongere dame van een jaar of 35-40 met enige gelijkende uiterlijke kenmerken: “Oh wat leuk, ga je samen met ….. (vrouwennaam)? Ik ben jaloers.” Hij weer: “We gaan altijd op vakantie naar Engeland, maar Duitsland is ook leuk.”  Zij is aan de beurt: “Waarom ga je niet naar Amerika?”  Hij: “Dan moet je zo lang wachten voordat je er bent en duurt het zo lang voor je vakantie hebt.” Als andere mensen in de bus dan even naar mij kijken, merk ik dat ik een glimlach van oor tot oor heb. Mijn dag kan niet meer stuk. Ik heb weer iets om over te schrijven. Ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.

Tot Later

maandag 10 december 2012

Athene


Ik was de afgelopen dagen voor mijn werk in Athene, Griekenland. Nu moet ik zeggen dat de stad veel mooie elementen bevat: het Pantheon, het Museum Acropolis en natuurlijk de Acropolis zelf. 


Het Europees examen dat ik heb gedaan, en waarvoor ik vooral naar Athene ging, was pittig. Nu maar afwachten of ik ook geslaagd ben. Het congrescentrum en de hotels waar ik veel tijd heb doorgebracht, waren echt indrukwekkend. Grote gebouwen; op Griekse wijze gebouwde kolossen waar iemand met gemak zou kunnen verdwalen. Zoals u weet hebben de Grieken het op dit moment niet heel gemakkelijk. Hun economisch vooruitzicht is niet om over naar huis te schrijven. Ik doe dat ook niet, ik schrijf erover vanuit huis. Of liever gezegd vanaf het vliegveld waar ik nu al even zit te wachten op het vertrek van onze vlucht. Ik ben wel wat teleurgesteld over de manier waarop de Grieken hun financiële situatie proberen te verbeteren. Ze vallen mij continu lastig, met name in de wijk Plaka. Bijvoorbeeld door met zakdoekjes te leuren voor een euro die je in een supermarkt voor 10 cent kan kopen. En dat vooral door kleine kinderen die al heel goed in de gaten hebben dat je je niet weg moet laten sturen. Maar ook de rozen die je aan je reisgezellin moet geven, want ze is zo een “sexy lady”, kunnen niet voldoende aangesleept worden. Ik word moe van dit soort praktijken en kan er niet meer tegen. Ik moet tegen het einde van de lunch, die overigens van goede kwaliteit is, zelfs een man van middelbare leeftijd met zijn rozen wegsturen. 

Als mijn collega en ik besluiten nog even wat aan windowshopping te gaan doen, worden we in deze wijk vrijwel elke winkel ingetrokken. Het is gewoon niet leuk meer, je moet continu opletten en je hebt geen moment rust. Een van de belangrijkste redenen waarom het economisch niet zo goed gaat met Griekenland, is volgens mij omdat ze hun voorraden niet op orde hebben. De winkels puilen uit van de spullen en dat is duidelijk niet alleen van dit jaar.  De door de zon verbleekte jurken, truien, hoeden, kettingen etcetera hangen buiten. Het past allemaal niet meer in de winkel, zo vol is het. Het lijkt me duidelijk dat een groot deel van het kapitaal in de voorraad is gaan zitten. Jammer, want het verbleekt en verdampt waar je bij staat. Zo gaan de dingen in Griekenland deze dagen…


woensdag 21 november 2012

Eendjes voeren op z’n Frans


In het stadspark van Montelimar kom ik een man tegen. Niets bijzonders, zou je zeggen. Maar niets is minder waar. Deze man is heel bijzonder; hij beweegt zich langzaam met een slepend been voort, half leunend op een oude, bijna van ellende uit elkaar vallende fiets. De man loopt, of liever gezegd strompelt, langs de hekken van het dierenverblijf. Aan zijn fiets hangen zware tassen van het plastic soort, waarin grote hoeveelheden brood verstopt zijn. Wanneer één van de in grote getale aanwezige duiven de man in het vizier krijgt, barst het los. 

De duif maakt een onmiskenbaar duivengeluid en uit alle hoeken van het park komen de duiven aanzetten. Op de voet gevolgd door de eenden, kippen, ganzen, geiten, het schaap, de ezel, de pony en de meest schattige kuikens ter wereld (zegt mijn vrouw). De duiven, die niet worden belemmerd door het hek van het verblijf, zitten in no time op zijn schouders, armen en fiets. De eenden en kippen vechten op de vierkante centimeter om een zo gunstig mogelijke plaats voor het opvangen van de broodkruimels. De man is geduldig. Hij wacht met het gooien van het brood tot zelfs de zeer trage moederkip, met al haar  schattige kuikens, ter plaatse is. En dan begint het. Of het lunch, diner of ontbijt is mag u voor uzelf bepalen, maar de dieren krijgen eten. Veel eten. En de man houdt nauwlettend in de gaten wie wanneer wat krijgt. 
Als enkele duiven zich zo hongerig tonen dat zij, nadat ze een stuk brood hebben gekregen, bij de kippen iets weg proberen te gappen, geeft de man hen van katoen. De ‘merdes’ en ‘mon-dieus’ zijn niet van de lucht. Als het eten uit alle plastic tassen is verdwenen, lijkt het wel alsof het schaap bij zichzelf denkt “nou, dat was het weer voor vandaag” en draait zich om om weer aan het hooi te gaan eten. Ja, wat moet je anders op een zonovergoten stuk grond waar ooit wel gras gestaan moet hebben.
De man schudt de laatste kruimeltjes uit de laatste tas en warempel. Daar komt de familie Mus ook nog even aanvliegen. De man jaagt de duiven weg en de familie Mus mag de laatste hapjes opeten. Alles moet eerlijk verdeeld worden. Bij ons in de mensenwereld gaat dat vaak niet zo. We kunnen van deze man nog een hoop leren. Maar goed, zo gaan de dingen nu eenmaal.


Tot later.     

woensdag 7 november 2012

Vreemd paaltje voor de deur


Kent u dat? Dat u soms in een stad of dorp loopt en dat u zich verbaast over de plaatsing van paaltjes? Ik zag dit paaltje voor een garagedeur in Montelimar. Als u een mooier voorbeeld van een nutteloos paaltje kan vinden, hoor ik het graag van u. 

Vreemd paaltje voor de deur

De vooruitgang


Ik weet niet of het ook voor u geldt, maar ik ben blij met de vooruitgang. Gelukkig is de vooruitgang van tegenwoordig over het algemeen niet zo slecht meer voor het milieu dan dat deze tien of vijftien jaar geleden was. Over de vooruitgang in het ziekenhuis waar ik werk, ben ik helaas wat minder tevreden. Ik moet natuurlijk specifieker zijn, want u bent helemaal in verwarring als ik het ziekenhuis als geheel negatief beoordeel. Daar is, gelukkig, geen reden voor, maar soms zijn er van die dingen… Het management van het ziekenhuis heeft besloten dat alle printers van het ziekenhuis vervangen moeten worden. Wij gebruikten tot voor kort printers van het merk HP. Als u zich afvraagt wat u met deze informatie moet, verzoek ik u nog even door te lezen, want ik denk dat ik uiteindelijk mijn punt wel zal maken. Nu ben ik voorstander van een update van de voorzieningen op het gebied van de automatisering. De printers van het merk dat we tot nu gebruikten konden niet allemaal dubbelzijdig afdrukken. Dat dubbelzijdig afdrukken is wel goed voor het milieu. Of liever gezegd minder slecht. Maar een deel van de printers kon dat wel en de printers functioneerden op een enkele na nog uitstekend. De nieuwe printers kunnen helaas ook niet allemaal dubbelzijdig afdrukken en ze geven een nare, penetrante geur af bij het printen. Enkele collega’s klagen sinds de installatie van de nieuwe xerox printers over hoofdpijn en geluidsoverlast. Dus de reden voor het vervangen van de printers was mij al niet geheel duidelijk, maar vanochtend bij het opstarten van de werkdag kreeg ik echt de behoefte om de nog geen maand oude printer het raam uit te werpen. De printer was, omdat de vloer van de onderzoeksruimte in de was gezet is, gisteravond van de stroom afgehaald. De schoonmaakdienst heeft de printer weer op de goede manier aangesloten en ik heb de printer vanochtend weer aangezet. Ik doe dat thuis ook; als ik de printer een dag of zo niet gebruik, zet ik deze even uit en haal de stekker uit het stopcontact. Lekker zuinig met stroom zullen we maar zeggen. Maar afijn, na het aanzetten van de computer en printer ga ik een kopje koffie halen, voer de gegevens van een patiënt in, roep de patiënt op,  sluit de patiënt aan op de ecg-apparatuur en geef de printer opdracht een ECG uit te printen. De printer gaat opwarmen ……… en opwarmen…….. en opwarmen….. Om een lang verhaal kort te maken: na eenentwintig minuten komt er een ECG uit de printer. Gelukkig heb ik geen daadwerkelijk ochtendhumeur. De printer blijft heel en de patiënt kan (zij het enigszins verlaat) naar de arts om de uitslag van de test te bespreken.
Volgende week, als ik weer moet fietsen, zet ik de printer een dag voor de eerste test aan. Leve de vooruitgang en de zorg voor het milieu. Maar ach, zo gaan de dingen nu eenmaal. 

zondag 28 oktober 2012

Zondagmiddag-uitje in Diever.


Eens in de zoveel weken heeft Esther de geest: Dan moet er een uitje gepland zijn om het weekeinde door te komen. Ik ben dan de laatste die zich daar tegen verzet. Alleen als er een wedstrijd in de Formule 1 verreden wordt, ben ik tegen. Vandaag wordt er wel een wedstrijd in het Formule 1 kampioenschap verreden, maar helemaal in India dus de uitzending van de race begint om kwart voor tien in de ochtend en is om twaalf uur wel gedaan. We vertrekken dus richting Diever. “Wil je de stille kant van de vaart langs of doe we de snelle route?” vraag ik. Esther, die altijd vlug in Diever wil zijn, laat duidelijk blijken dat ze de snelle route wil rijden. Als we in Diever aankomen parkeren we de auto bij de supermarkt. We moeten dan even het dorp doorlopen om bij “In den Uylenbal” te komen. Daar aangekomen vergapen we ons eerst aan het goed en mooi ingerichte kersthuis.  We zien een paar hele mooie kerstartikelen en we kopen enkele kaarten en een schattig waxinelichthoudertje. We twijfelen samen erg over een trapje (zonder prijskaartje) en nadat wij bepaald hebben hoeveel we ervoor willen betalen, nemen we het trapje mee naar de kassa. Als blijkt dat eigenaar Lejo er vijf euro meer voor  wil hebben dan wij in gedachten hadden, sputteren we niet tegen en nemen het trapje mee. 

Heel handig voor Esther als etalagemateriaal bij de verkoop van haar kettingen en armbanden. We besluiten de weg naar huis wat te verleggen en nemen niet de korte route naar huis. Het Drentse landschap is in deze tijd van het jaar prachtig. De kleuren van de bladeren van de bomen variëren van donkergroen via geel en rood naar diepbruin. Daarnaast laat ook de zon zich vandaag van zijn beste kant zien. De rit gaat van Diever naar Ansen, een prachtig klein brinkdorpje met fraaie boerderijen en een gezellige uitstraling, mooi om in de zomer of het voorjaar eens doorheen te fietsen. Door naar Ruinen waar mijn blaas  de oorzaak is van een pauze. Deze pauze brengen we door in een oude boerderij waar een restaurant en een pannenkoekenhuis in gevestigd zijn. De entree van het restaurant is zo uitnodigend dat we, hoewel we kunnen kiezen uit drie horecagelegenheden, zonder te twijfelen deze uitkiezen. Dat zou ook te maken kunnen hebben met de schitterende veranda; Esther is nu eenmaal gek op veranda’s. 

De sfeer binnen is zo authentiek dat ik het niet laten kan te vragen of ik enkele foto’s mag maken en als dat akkoord is, laat ik me door niets en niemand tegenhouden. Ik maak tenminste tien plaatjes van zaken in het restaurant die mij aanspreken. Gelukkig is niet alleen de sfeer goed, het eten en de drankjes zijn ook goed verzorgd. Vooral de kaart is modern en gelukkig, in tegenstelling tot het gebouw en het interieur, zeer van deze tijd. Wij genieten van een late lunch. Tegen de tijd dat we weer verder willen gaan, komt een ouderpaar met pup en twee jonge kinderen binnen. “Papa, zullen we aan dezelfde tafel gaan zitten als de vorige keer?” vraagt de oudste van de twee. Waarop de vader enthousiast  roept: “Ja, en we drinken ook hetzelfde als de vorige keer.”  Als er een minuut of twee later vier warme chocolademelk worden geleverd aan de tafel, is het feest compleet. De vermoeide pup slaapt onder de tafel. Als we het restaurant daadwerkelijk verlaten maak ik nog snel even een foto van de fraaie deur. Wij gaan via Pesse weer naar huis. Een welverdiende volle zondagmiddag is weer voorbij. Wat kan het leven toch mooi zijn … gelukkig gaan de dingen soms zo. 










zaterdag 27 oktober 2012

Een intrigerend bordje


Bij de zij-ingang van het UMCG, het universitair medisch centrum Groningen, hangt een bordje aan een blinde muur. Op zich is een bordje aan een muur bij een ziekenhuis niet eens bijzonder en ik zou daar ook nooit over schrijven als ik de tekst op het dat bordje niet zo bijzonder zou vinden. Op het bordje staat alleen een naam. Mw A Kingma. Op de stoep, onder het bordje, staat een gele lijn. De lijn geeft ongeveer aan dat er een fiets zou moeten kunnen staan. Er staat echter voor zover ik weet nooit een fiets, de plek is leeg. Elke dag kijk ik even naar de plek. Ik kan het bordje vanuit de koffiekamer op mijn afdeling zien. En nooit zie ik een fiets staan. 
Wie is mevrouw Kingma? Wat doet mevrouw Kingma? Waarom heeft mevrouw Kingma als enige van de ruim tienduizend medewerkers van ons ziekenhuis een eigen fietsparkeerplaats? Vragen, vragen en nog eens vragen. Ik wil er eigenlijk helemaal geen antwoord op, want nu kan ik lekker fantaseren……….. misschien is A Kingma wel een oud nachthoofd die ooit in de jaren zeventig, toen dit nog mogelijk was, een afspraak heeft gemaakt met de directie dat zij, als zij zou blijven werken, een eigen parkeerplaats moest hebben. Misschien is mevrouw Kingma een kennis van tante Annie, die ook overal in de stad Groningen overal haar eigen dingen heeft. Of misschien is mevrouw Kingma wel een pseudoniem van tante Annie of wacht…. is A misschien stiekem de A van Annie? Wie zal het zeggen. De dag dat ik een fiets zie staan bij het bordje, ga ik ernaast staan en ga ik wachten tot iemand de fiets komt halen. Dan zal ik weten wie er zulke mooie en te koesteren privileges heeft in ons verder zo zakelijke en strak georganiseerde ziekenhuis, waar je een boete kan krijgen als je een fiets parkeert op een plaats die daar niet voor bedoeld is.  

zondag 21 oktober 2012

De wandeling












Esther en ik wilden vandaag een wandeling gaan maken in de bossen rond Eelde-Paterswolde. Zoals u waarschijnlijk weet, is Esther erg van het voorbereiden. Ze zoekt dan op het internet op waar wij kunnen parkeren en hoe we de wandeling, als het ons te veel gaat worden of gaat vervelen, in kunnen korten. Vandaag deed ík dat eens voor de verandering. In de informatie die ik vond op de website van de Vereniging Natuurmonumenten stond een beginpunt van de wandeling. Ik kijk globaal naar het routekaartje en tracht het adres te onthouden. Bij het ingeven van het adres in de autonavigatie gaat het mis. In Eelde is het nummer onbekend en in Paterswolde eveneens. Geen kaart in de auto. Wat nu? Ik word telkens wanneer ik ergens naartoe wil en er op de een of andere manier niet kom, een beetje chagrijnig of zo u wilt geïrriteerd. We zetten de auto aan de kant van de weg en overleggen…….. we overleggen en we overleggen. U merkt al. Dat kunnen  wij goed. We besluiten de navigatie uit te laten en gewoon een stukje te gaan toeren om , als we iets leuks zien, gewoon te stoppen en te gaan lopen of kijken. In het begin zie ik alleen maar wegen en bomen in herfstkleuren: mooi, maar niet heel bijzonder en we rijden wat door.  Dan komen we totaal onverwacht in een dorpje waar wij beiden nog nooit geweest zijn, hoewel een van ons in de provincie Drenthe geboren is en de ander er al ruim 23 jaar woont. Altena is geen typisch Drents dorp met een Brink en statige huizen en prachtige boerderijen. Nee, Altena is zo op een herfstige zondag een wat vervallen, troosteloos, ongeïnspireerd dorp waar we alleen een man zien lopen die in de serie ‘keeping up appearances’  de rol van Onslow zo zou kunnen overnemen. Als we doorrijden richting Donderen zien we een dame langs de kant van de weg met een fototoestel. Wij stoppen en stappen uit. Ik schrik. Naast de auto staan de mooiste paddenstoelen die ik ooit heb gezien. Wanneer we bij de fotograferende dame aankomen zien we een compleet paddenstoelendorp. Hier woont niet alleen kabouter Spillebeen, maar ook de complete familie Pinkeltje en het hele zwikkie van Rien Poortvliet bij elkaar. Prachtig. We maken een aantal foto’s en ik merk dat mijn latent chagrijnige bui als sneeuw voor de zon verdwenen is. Maar goed, zo gaan de dingen nu eenmaal.
Geniet u ook even van de mooie plaatjes.                         

mijn zwager is Frans



Samen in Saint Benoit
U weet dit nog niet, maar ik kom uit een groot gezin. En als ik zeg groot dan bedoel ik dat ook. Mijn oudste zus is nummer één en mijn jongste broer is nummer tien. Wij als gezin kunnen het over het algemeen goed met elkaar vinden. We lopen bij elkaar de deur niet plat maar als er bijzonderheden als verjaardagen, geboorten en verhuizingen zijn, zijn er altijd wel een stuk of wat van de partij om de sfeer te verhogen. Nu zijn er twee uit ons gezin in de loop van de jaren geëmigreerd. Broer drie en zus zeven wonen in het buitenland: Canada en Frankrijk om precies te zijn. In Canada kom ik niet vaak, het aantal keren dat ik in Canada ben geweest is op 1 vinger te tellen. Maar in Frankrijk, bij mijn zus, probeer ik tenminste een maal per jaar een bezoek af te leggen. En gelukkig is dat de laatste 5 jaar ook gelukt. Het wonen in Frankrijk heeft op het gedrag van mijn zus natuurlijk invloed gehad. Zij heeft zich goed aangepast aan de Franse mentaliteit. Ik merk dat zij goed in de samenleving past. En daar ben ik, vooral voor haar, blij om. Deze vakantie waren wij weer in de gelegenheid om mijn zuster te bezoeken. Ze heeft samen met haar man, die ik tot nu toe in het verhaal nog even niet genoemd heb, een huis in Zuid-Frankrijk. 
Slakken zoeken
Vanaf ons vaste vakantieadres is een bezoek aan zus en zwager vaste prik en altijd iets waar wij naar uitkijken. Mijn zwager is in hart en nieren veranderd van een Hollander in een Fransman. Nee, zijn naam is niet veranderd. Iets dat hij, als het zou kunnen, misschien wel zou doen. Maar in zijn leven is Frankrijk en het Franse joie de vivre niet meer weg te denken. Ik twijfel eraan of hij met een stokbrood geklemd onder de snelbinder van zijn fiets de N 7 zal oversteken met een alpinopet op zijn overigens nog steeds volbehaarde hoofd, zoals ik vandaag onderweg een Fransman zag doen. Maar hij is wel aangepast, zeg maar gerust meer dan aangepast. Menig Fransman zal aan mijn zwager kunnen vragen hoe dat moet, dat leven op zijn Frans. Ik bewonder hem daarom. Ik kan genieten van hoe hij vertelt over zijn brocantewinkel en zijn passie voor Franse auto’s. Hij heeft bijvoorbeeld een Renault 4 van meer dan 40 jaar oud die in nieuwstaat verkeert. Prachtig. Mijn zwager, de man van zus zeven, is Frans. Zo heet hij niet, maar zo gaan de dingen nu eenmaal.
Een van de franse trotsen




Tot later. 

zondag 7 oktober 2012

Plassen in het café in Burg


De buitenkant van de kerk in Cruas

een van de ornamenten

Soms heb je van die dagen….. Vandaag vroeg opgestaan en via de markt in la Voulte-sur-Rhone, waar wij groente en vlees kopen voor het avondeten, naar Cruas gereden om de kerk te bezoeken. Het is een kerk uit de vroege 12eeuw, gebouwd op de overblijfselen van een romaanse villa. De kerk is diverse malen ondergelopen. Bij de renovatie in 1880 is er een crypte ontdekt. In deze crypte zijn pilaren te zien die met heel vroege gravures zijn versierd. Wij hebben er ontzettend van genoten. De rondleiding die dagelijks door een vlotte jongedame gegeven wordt is volledig in het Frans. Nu is Frans ons niet volledig onbekend, maar wanneer er bouwtechnische bijzonderheden en geschiedkundige wetenswaardigheden worden verteld in een tempo waar zelfs een Fransman moeite mee zou hebben, ben ik de weg kwijt. Deze dame spreekt zo snel dat wij er geen touw meer aan vast kunnen knopen. Gelukkig hebben we een Nederlandse beschrijving van de rondleiding in onze handen. Helaas is het gevolg dat, wanneer ik lees, ik de mooie ornamenten niet kan bekijken. 
lekker basic 


We genieten van de rondleiding in de kerk maar zodra wij de crypte binnenkomen slaan de verbazing en de verwondering toe. Wat een mooie, mysterieuze, wonderlijke ruimte stappen we binnen. We maken veel, heel veel foto’s van de pilaren en de ruimte. Aan het einde van de rondleiding vraagt onze gids nog even of we alles meegekregen hebben. Ik zeg haar, een beetje bezijden de waarheid, dat we begrepen hebben wat ze vertelde. Maar ik vertel haar echt naar waarheid dat we genoten hebben. We drinken een kopje koffie op een terras onderweg naar huis. Als het een uur of drie is komen we weer aan bij het dorpje Le Hameau de Burg, waar we onze vakantie vieren. Ik ga even lezen en Esther slaapt een uurtje. Plots zitten we in het café in Burg. 
Bij het Café 


We nemen een drankje, krijgen een rondje, geven een rondje en dan moeten er bijna nummertjes getrokken worden om naar het toilet te kunnen gaan. Als Guus net van het toilet afkomt, staan Esther en ik tegelijkertijd op om te plassen. We overleggen en-public wie van ons het meeste recht heeft om eerst te gaan. Dit leidt tot hilariteit in de groep. Maar nog geen drie minuten later moeten weer twee mensen gelijktijdig plassen. We lachen wat af. Guus en Wilma stellen voor dat we in de toekomst  nummers moeten trekken om van het toilet gebruik te kunnen maken. Chris vind dat begrijpelijkerwijze een te grote investering. Ieder van ons gaat thuis nog echt wel een keer plassen. File in Burg. Wonderlijk, maar ach … zo gaan de dingen nu eenmaal.

Tot later. 






donderdag 4 oktober 2012

De mensen in de chambre d’hôte.


Op de terugweg van onze vakantie in de Ardèche in Frankrijk hebben we dit jaar een prachtige chambre d’hôte geboekt in Melay. Een slaperig dorp in de buurt van het vroeger vooral heel bekende Bourbonne-les-bains, een kuuroord waar we enkele jaren geleden al eens hadden overnacht. Deze chambre d’hôte is gevestigd in een heel fraai opgeknapt oud chateau. Het chateau Melay is in de laatste zeven jaar door de huidige eigenaar geheel gerenoveerd. Alleen de buitenmuren en het dak waren nog in redelijke staat. Alles aan de binnenkant is vernieuwd. De raamkozijnen en de luiken zijn nieuw. Het geheel is smaakvol ingericht. Hoewel er in de afwerking nog wat eer te behalen is, is het voor zover ik dat kan beoordelen een geslaagd project.
Onze kamer Heeeeel Groot 
De eigenaren, een jong stel dat hun roots in Drenthe heeft, zijn vriendelijk en vangen ons bij aankomst gastvrij en enthousiast op. Esther heeft vooral leuk contact met de beide dochters van het stel, 3 en 5 jaar. Dat is een bijzonderheid. Esther “bond” over het algemeen niet gemakkelijk met kleine kinderen, maar nu moet ze zelfs helpen schoentjes aan te doen. We worden begeleid naar de tuin van het chateau. Daar maken wij kennis met een stel van boven de zestig. Hij, een aristocraat van het zuiverste water, is vriendelijk. Hij vertelt ons dat zijn naam Antoine is maar dat hij liever door het leven gaat als Kees. Kees lijkt het goed te hebben getroffen met zijn baan. Hij heeft beroepsmatig te maken gehad met hoge politici. Zij, een grande dame, straalt uit dat ze vast een hele lieve oma voor haar kleinkinderen is. Ze vertelt over haar kleinkind, dat veel te ver weg van hen woont. Helemaal in Amsterdam, terwijl ze zelf naast het Vrijthof in Maastricht wonen. Ze past ten minste een maal per week op haar lieveling. We praten wat over koetjes en kalfjes als na ons het volgende stel de tuin binnenkomt.  Een stel uit Rotterdam. Hij is een typische, aanvankelijk wat stille kantoorman. Zijn naam is mij ontschoten maar dat is niet zo belangrijk. Hij heeft een i-pad en dat zullen we weten. Binnen drie zinnen die hij uitspreekt heeft hij de woorden i-pad tenminste vier maal genoemd. “Ik heb even op mijn i-pad opgezocht wat het weer voor morgen gaat doen.” “Ik heb mijn nieuwe i-pad in de i-pad winkel in Rotterdam gekocht.” “Mijn i-pad zegt dat er een goed restaurant in de buurt moet zijn.” Ik schiet onbedaarlijk in de lach wanneer Esther zachtjes tegen mij zegt: “Laat ‘m die i-pad in zijn reet steken!” Wanneer mij om uitleg van mijn lachen wordt gevraagd, kan ik dus even geen antwoord geven. De vrouw van de accountant, want dat is zijn beroep, redt mij. Zij heeft alle aandacht van de twee kleine meisjes tegen wil en dank opgeëist. Esther lijkt voor de kinderen inmiddels niet meer te bestaan. En als een van de twee toch een poging doet de aandacht van Esther te krijgen, zorgt Andrea er wel voor dat Esther op het tweede plan raakt. Andrea is namelijk van het type dat het niet kan uitstaan als de aandacht naar iemand anders dan haarzelf gaat. We besluiten naar onze kamer te gaan. Wel krijgen te horen dat het diner om zeven uur geserveerd gaat worden. Tot onze spijt vernemen we dat Rotterdam er voor kiest om niet naar het geweldige restaurant te gaan. Ze eten ook mee.
Tijdens het eten hebben we aanvankelijk een leuk gesprek met Kees of Antoine en zijn vrouw. Het is in de week voor de verkiezingen in Nederland en het gesprek komt op de politieke situatie in Holland. Een van de mooiste uitspraken over de politiek die ik ooit gehoord heb, zal ik u niet onthouden. “Politiek leidt tot hersenverweking.” Ik vind hem prachtig en Kees heeft er duidelijke voorbeelden bij. Ik kan ze helaas niet meer reproduceren. Ze waren op dat moment voor mij briljant en ik was ervan overtuigd dat deze man gelijk had. Inmiddels weet ik gelukkig beter. Of niet ……? Het gesprek wordt volledig overgenomen door Rotterdam. Ik doe nog een poging of twee om deel te nemen aan het gesprek. Esther is inmiddels al helemaal afgehaakt. Wanneer ik na de derde poging geen contact kan maken in de groep en het erop lijkt dat we tot persona non grata zijn verklaard door mevrouw Rotterdam, gaan we naar onze kamer. Het is negen uur. We zijn nog niet moe maar we zijn wel klaar met Miss Me en Mr I-pad. We spelen op onze kamer een spel Triviant. Alsof het gezelschap al niet triviaal genoeg was. Om tien uur gaan we slapen. We staan de volgend ochtend fris op en vertrekken zo vroeg als mogelijk is richting huis. Ondanks ons vroege vertrek komen we Rotterdam nog tegen in de ontbijtkamer. Ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.
Volgende zomer doen we een nieuwe poging in het chateau. Misschien komen we andere mensen tegen.

Het chateau Melay  
Tot later.

zondag 30 september 2012

De man met alleen maar roest


Tijdens onze vakantie afgelopen zomer zijn wij, op speciaal verzoek van mijn lief Esther, naar een rommelmarkt in Le Pouzin geweest. Deze markt werd gehouden op de parkeerplaats van een lokale supermarkt. Ik moet u zeggen dat een parkeerplaats van een supermarkt in Frankrijk is op zich al niet zo’n inspirerende omgeving is, maar op een zondag als er geen auto’s staan van winkelend publiek en slechts een stuk of tien standhouders, waarvan de helft in de auto zit, is de aanblik ronduit troosteloos. Zelfs in de verder o zo fraaie Ardèche. De standhouders zijn op deze dag niet gemotiveerd hun beste beentje voor te zetten. Begrijpelijk, want er is vrijwel geen publiek. Op het moment dat wij de parkeerplaats oprijden, tellen we zeven “mogelijke” klanten. Wij maken het negental compleet. Stelt u zich voor: een markt met tien standhouders en negen klanten: wat een gezelligheid. De klandizie doet wat betreft de aangeboden koopwaar het ergste vermoeden. En ja hoor, de kwaliteit en kwantiteit van de aangeboden koopwaar bevestigt ons vermoeden. Er worden bij stand 1 en 2 kleren aangeboden. Nee, geen kleren waar u en ik uitgebreid bij staan kijken maar het soort waar wij in het algemeen de zak van Max voor uit de kast haalden, 12 jaar geleden wel te verstaan. Of Humanitas blij mee maakten, toen. Kleren die twintig jaar geleden uit de mode raakten en deze hier op de markt zijn niet alleen vies en gedragen, maar ook voor een deel stuk. Esther ziet een spiegel waar ze een plaatsje voor denkt te hebben in de hal van huis. Maar gezien de rest van de uitstallingen maakt ze er mij pas nadat wij weer in de auto zitten op attent. De enige standhouder waar ik meer dan 30 seconden heb staan kijken, had geen fraaie koopwaar maar de grootste hoop roest die ik ooit heb gezien. Zijn kraampje bestond uit een hoeveelheid roest die ik alleen bij een oud-ijzer-handel zou verwachten. Veel gereedschap: schoppen, harken, tangen, koevoeten et cetera. Allemaal in een staat waarvan ik verwacht dat ze bij het eerste gebruik in meerdere stukken breken. Wij waren door onze vrienden al voor ons vertrek naar Le Pouzin gewaarschuwd dat deze brocantemarkt niet de beste zou zijn, maar hetgene wat wij zagen heeft onze niet al te hoge verwachtingen bij lange na niet gehaald. Maar ach, het was de enige brocantemarkt tijdens ons weekje daar. Zo gaan de dingen nu eenmaal.

Tot later 

maandag 17 september 2012

De eetzaal in Contrexeville


Onderweg naar ons vakantieadres hebben wij een hotel geboekt als overnachtingsadres in Contrexeville  in Frankrijk. Het  hotel is een oud kuuroord in de Bourgonje in Frankrijk. In de veronderstelling dat kuuroorden oubollig zouden zijn, dacht ik dat wij geen goede keuze gemaakt hebben met dit hotel. Niets is echter minder waar. Het hotel is van goede kwaliteit  en heeft een uitstraling van rust en geborgenheid. De faciliteiten zijn op niveau en prettig  om in te verblijven. De sauna, die wij natuurlijk uitproberen, is wel klein maar schoon en de temperatuur in de sauna is voldoende hoog om te kunnen zweten. Er is ook een buitenzwembad maar om daar in te mogen  moeten we eerst onze zwemkleding ophalen van de hotelkamer. Dat vind ik teveel moeite. We koelen wel af onder de douche bij de sauna. De douchekop is aan vervanging toe maar dat mag de pret niet drukken. Na het aankleden gaan we naar de eetzaal. De eetzaal is Frans, en ik weet niet of u meteen snapt wat ik met Frans bedoel. Frans in een restaurant is sober, ontdaan van luxe, open en vrijwel zonder sfeer. Maar goed, in Frankrijk kom je niet voor de gezelligheid in een restaurant. In Frankrijk ga je naar een restaurant om lekker te eten. En dat hebben we gedaan……. We genoten niet alleen van het eten, maar ook van de overige gasten en het bedienend personeel in het restaurant. Zo was er een serveerster die voor alles een maatje te klein leek. Niet alleen voor haar kleren, maar ook voor de taak die zij moest uitvoeren. Haar uniform (of zo u wilt haar jurk) zat net te ruim waardoor het geheel wat slonzig aandeed. Zij moest door haar collega’s tijdens ons diner meerdere malen geattendeerd worden op gasten die nieuw aan tafel kwamen. Op een gegeven moment hoorden we een kabaal van jewelste. Het bleek dat zij een groot dienblad vol met eten en drinken had laten vallen. Met een rood aangelopen gezicht ruimde ze alles weer op om daarna de gasten die het eten zouden krijgen, geheel te vergeten. Die gasten waren een wat ouder echtpaar die volledig in de stijl van een oud kuuroord gekleed, met driedelig pak en avondjurk, zaten te wachten op het eten. Zij, de grand dame van het gezelschap, keek meelijwekkend naar de serveerster en bestelde bij een van haar collega’s de derde fles rosé. Hij schaamde zich voor zijn vrouw en liep voor de derde keer naar het toilet. Een ander stel, duidelijk van Nederlandse afkomst, komt op dat moment de eetzaal binnen. Zij,  een spichtige wat te lange dame voor haar postuur, draagt een babyfoon. Hij, een vermoeid uitziende dertiger, loopt achter zijn vrouw aan naar het tafeltje waar zij, zonder op een plaatstoewijzing te wachten, naar toe loopt. Als ze zich hebben geïnstalleerd komt een van de kelners op hen af en vraagt hoe het komt dat zij aan deze tafel zitten. U moet weten dat het in Frankrijk de gewoonte is te wachten tot je naar een tafel gebracht wordt. Het stel wordt dan ook aan andere tafel geplaatst; wij hebben overigens niemand zien plaatsnemen aan de tafel waar het stel eerst zat. Tegen de tijd dat de kaart gebracht is en de bestelling opgenomen kan worden, klinkt er geluid uit de babyfoon. De vermoeide dertiger haast zich het restaurant uit. De bestelling wordt door de vrouw doorgegeven en het eten wordt ruim voordat de man terug is geserveerd, de man kan aan het eten beginnen als de vrouw het eten al voor meer dan de helft heeft verorberd. Het bij het eten gebrachte biertje, dat volgens mij voor de man bestemd was, is inmiddels ook al lang in de slokdarm van de vrouw verdwenen. Na het hoofdgerecht houdt de man het voor gezien en verdwijnt. Bij het ontbijt de volgende ochtend wordt het stel vergezeld door de baby. Ik kan mij helemaal inleven in de gevoelswereld van de dertiger. Zo’n vakantie is teveel. Ik zou blij zijn als ik weer aan het werk kon. Maar ach, zo gaan de dingen nu eenmaal.
de ongezelligheid valt hier best mee......
Tot later.

vrijdag 14 september 2012

De boer op de veranda




hoe idyllisch

Deze is over een jaar niet meer te zien 
Wij komen al jaren op een voor ons heel bijzonder plekje in Frankrijk voor onze vakantie. Dit plekje is voor ons zo bijzonder, dat we er zelfs in 2011 ons huwelijk hebben gevierd. Om daar te komen moeten wij over een boerenerf rijden, althans zo lijkt het. De weg, of zo u wilt het karrespoor, leidt langs de veranda van de boer en de boerin en is openbare weg. Iedereen die in Le Hameau de Burg (ons plekje) moet zijn komt daar langs.  De eerste keer dat wij er aan kwamen zouden we zonder de zeer duidelijke routebeschrijving nooit zo dicht langs die boerderij durven rijden. Het voelde destijds een beetje als inbreuk op de privacy van de boer en zijn familie. Dat gevoel hebben we, nadat wij de Hameau hebben leren kennen, echter snel achter ons gelaten. Maar de boer en zijn familie intrigeren ons wel. De verhalen die we ieder jaar weer horen over de boer zijn prachtig. Van een van deze verhalen zal ik u deelgenoot maken.  In het voorjaar van 2010 heeft de boer, omdat een familielid van hem naar het ziekenhuis moest, een hangbuikzwijntje te logeren. Ach, ruimte genoeg op de boerderij en van het voeren van een hangbuikzwijntje erbij heeft de boer hoegenaamd geen last. Misschien zelfs wel voordeel. Groente-, fruit- en tuinafval mag in dit fraaie land nog wel aan de varkens gevoerd worden. Dus dat scheelt weer een rit naar de déchetterie. Nu wist de boer niet dat dit hangbuikzwijntje zijn geïmproviseerde varkensstal vrijwel elke avond wist te verlaten om zich te goed te doen aan allerlei lekkernijen in de omgeving van de boerderij. Zo is ze ongetwijfeld tijdens een van haar omzwervingen in de omgeving een mannelijk wild zwijn tegen gekomen. Ook van deze lekkernij heeft het hangbuikzwijntje genoten. Dat bleek enkele weken later, toen het hangbuikzwijntje beviel van negen half-hangbuik/half-wildzwijntjes. Moeder hangbuik is weer retour gegaan naar haar eigenaar, maar de negen kinderen zijn in de buurt van de boerderij en de Hameau nog regelmatig te bewonderen. Dat wil zeggen, het aantal dat na tweeënhalf jaar nog over is. Het jachtseizoen is tijdens ons verblijf weer geopend. Wie weet overleven enkele wilde hangbuiken de tweede jachtperiode in hun bestaan ……. De boerderij is volgens de normen die wij er in ons land op nahouden een beetje in verval aan het raken. De voegen zijn voor een groot deel verdwenen, de uitwerpselen van de koeien liggen her en der op het erf en niemand lijkt er last van te hebben. Ik in elk geval niet. Ik word elke keer weer blij als ik de veranda van de boer zie. Ik weet dan dat ik binnen een minuut op de parkeerplaats van het mij zo dierbare dorpje ben. Toen wij dit jaar weer de eerste maal langsreden, zwaaide de boer vanaf zijn door zijn vrouw met een zee van rode bloemen  versierde veranda naar ons. Herkent hij ons inmiddels? Dat kan voor sommigen een drama zijn…… wij vinden dat een goed teken. Wij voelen ons thuis achter deze wat slonzige boerderij. Hier ligt ons plekje en het is goed zo.